Niets is voor eeuwig en dat is ook zo in het recht. Dit betekent dat wanneer je meent een recht te hebben, je ervoor moet zorgen dat je dit recht ook op tijd inroept. Wanneer je dat niet doet kan een tegenpartij zeggen dat je te laat bent en dat jouw vordering is verjaard of is vervallen. De gevolgen daarvan zijn groot omdat je in een dergelijk geval best gelijk kan hebben maar dat niet meer kunt afdwingen. Hieronder zal ik even stilstaan bij het verschil tussen verjaring en verval en ook een paar verjaringstermijnen noemen.
Bij verjaring verjaart het recht om de vordering op te eisen na een bepaalde periode. Bij verval vervalt het recht om de vordering op te eisen. Het verschil tussen verjaring en verval zit hem vooral in de verlenging van de termijn. Een verjaringstermijn kan namelijk gestuit worden waardoor de vordering rechtsgeldig opeisbaar blijft. Stuiting kan plaatsvinden door een eenvoudige mededeling aan degene op wie je een vordering meent te hebben, dat je het recht op nakoming voorbehoud en dat je de verjaring stuit. Door die mededeling (doe dat schriftelijk en bewijsbaar!) begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen.
Het is dus van groot belang om te weten welke wettelijke verjaringstermijnen gelden. In beginsel is de verjaringstermijn ex artikel 3:306 BW twintig jaar, tenzij de wet anders bepaald en in veel gevallen bepaalt de wet ook anders. Als de vordering is verjaard, is de vordering niet meer opeisbaar. Het is dus altijd belangrijk om de termijnen in de gaten te houden indien u een vordering heeft en deze wilt opeisen.
Er bestaan veel verschillende soorten vorderingen en daarbij horen ook allerlei verschillende verjaringstermijnen.
Een van de belangrijkste betreft de geldvordering. Vanaf het moment dat je weet dat je een geldvordering hebt op iemand (bijvoorbeeld omdat je een factuur hebt gestuurd voor werkzaamheden en de betalingstermijn verstrijkt), gaat een verjaringstermijn lopen van 5 jaren lopen. Doe je in die 5 jaren niets dan kun je daarna in principe niet meer naar de rechter om betaling af te dwingen. Hierbij geldt overigens wel dat een rechter niet zelf (‘ambtshalve’) controleert of een vordering is verjaard. Daar moet wel een beroep worden gedaan.
Een vonnis verjaart na 20 jaren. Heb je dus een geldvordering op iemand die niet kan betalen, dan kun je ervoor kiezen om de verjaringstermijn iedere 5 jaar te stuiten maar je kunt ook proberen een veroordelend vonnis te krijgen bij een rechter. In dat geval hoef je pas na 20 jaar te stuiten.
Tenslotte zijn er ook nog verjaringstermijnen van 30 jaar en zelfs langer in zeer uitzonderlijke omstandigheden. Dat speelt eigenlijk alleen maar in gevallen waarin de schade pas heel laat duidelijk wordt. Een zeer bekend voorbeeld daarvan is asbetose door blootstelling aan asbest.
Bij een vervaltermijn kan niet worden gestuit en dat betekent dat een vordering voor het einde van de vervaltermijn moet zijn ingesteld. Uitstel of een verlenging van de termijn zoals bij verjaring is niet mogelijk. Jouw recht gaat door verval dus ook onherroepelijk verloren. Sommige vervaltermijn zijn heel kort (tot 2 maanden) en het is zaak om dan goed op te passen en tijdig actie te ondernemen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mr Marcel de Jong 013-5444545 (dejong@westpointadvocaten.nl)