Inleiding
Recent heeft de rechtbank Rotterdam een opmerkelijk vonnis gewezen over ‘stealthing’. De veroordeelde heeft tijdens de geslachtsgemeenschap stiekem het condoom afgeschoven, terwijl het slachtoffer door de positie die zij innam, daarvan aanvankelijk geen besef had. Op het moment dat de verdachte voor de tweede keer in haar vagina gaat, voelde dit anders aan. Daaropvolgend maakte het slachtoffer duidelijk dat dit tegen de afspraak was. De veroordeelde is vrijgesproken voor verkrachting. Wel is hij veroordeeld vanwege dwang zoals vervat in artikel 284 Sr. Is dit terecht, en heeft deze uitspraak doorwerking?
Verkrachting
Bij bewezenverklaring voor verkrachting i.c. moet sprake zijn van dwang door een (andere) feitelijkheid. Vereist is dat de dwang betrekking heeft op het seksueel binnendringen an sich. De rechtbank oordeelde dat het onverhoeds (onverwachts) afdoen van het condoom niet zag op het seksueel binnendringen zelf. Immers, over het seksueel binnendringen was kennelijk wel overeenstemming bereikt. Enkel over het (niet) dragen van een condoom was geen wilsovereenstemming bereikt. Vrijspraak voor verkrachting volgde.
Dwang
Toch heeft de rechtbank ‘dwang door een andere feitelijkheid’ bewezen verklaard, zonder dat dit zag op het seksueel binnendringen, door te verwijzen naar de jurisprudentie van de Hoge Raad. Uit deze jurisprudentie blijkt dat van dwang sprake is als een slachtoffer zich redelijkerwijs niet tegen een onverhoeds (onverwachts) handelen heeft kunnen verzetten. Tevens is sprake van dwang als een slachtoffer door toedoen van de veroordeelde in een zodanig bedreigende situatie is gebracht dat deze zich daaraan niet heeft kunnen onttrekken. Een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden volgde.
Anticonceptiepil
Wat nu als voor de seks de vrouw opzettelijk geen anticonceptie pil slikt, terwijl dit onderling duidelijk was afgesproken? Mij dunkt dat evenals bij stealthing sprake is van een kennis asymmetrie; beide partijen beschikken niet over evenveel informatie; één van de partijen veronderstelt (onterecht) dat de kans op een zwangerschap aanzienlijk kleiner is, terwijl de ander weet dat door het ontbreken van anticonceptie de kans op zwangerschap significant wordt vergroot. Indien zo’n kennisachterstand van één partij ten grondslag ligt aan de geslachtsgemeenschap, dan is tevens sprake van onverhoeds, onverwacht handelen waartegen de man zich redelijkerwijs niet heeft kunnen verzetten. Naar analogie met stealthing noopt deze gedachtegang tot de conclusie dat dit een inbreuk vormt op de lichamelijke integriteit en dus evengoed sprake is van dwang.
Afsluiting
Mijns inziens is het terecht dat stealthing niet wordt aangemerkt als verkrachting. In 2024 treedt naar verwachting de nieuwe wet seksuele misdrijven in werking. In deze nieuwe wet wordt stealthing als zelfstandig delict expliciet in het nieuwe wetboek opgenomen. Of deze uitspraak tevens van invloed is op de situatie van het anticonceptiebedrog valt nog te bezien; de wetgever is nu aan zet. Ik meen dat anticonceptiebedrog op gelijke gronden als bij “condoombedrog” strafbaar kan worden gesteld. Wat vindt u?
Mitchell Verbunt, strafrechtadvocaat
Nadere vrijblijvende informatie kunt u verkrijgen via verbunt@westpointadvocaten.nl
of 013-5444545