Vorige week werd er in de regionale en zelfs landelijke pers aandacht geschonken aan Robèrt van Beckhoven – veel geprezen en veel bekroonde meesterpatissier en meesterbakker. Afkomstig uit het pittoreske Oisterwijk heeft hij de harten en smaakpapillen van Nederland en daarbuiten veroverd. Vanuit het voormalige terrein van KvL (lederfabriek) heeft hij een prachtige locatie omgebouwd tot een open bakkerij, lunchroom en verkoopcenter.
Ten behoeve van de financiering is – heel modern – crowdfunding toegepast waarbij privé investeerders de mogelijkheid hadden om deel te nemen. Bij crowdfunding worden naast rendementen ook de risico’s benoemd en moet een investeerder er zich bewust van zijn dat een investering, bijvoorbeeld bij een faillissement, niet meer wordt terugbetaald.
De zaken gingen niet goed, althans niet voor de betreffende werkmaatschappij waarvoor de crowdfunding was opgezet. Een ondernemer heeft dan de keuze om de onderneming te ontbinden (liquideren) dan wel een faillissement aan te vragen, hetgeen uiteindelijk ook tot ontbinding leidt. In het laatste geval is er echter dan nog een ‘vervelende’ curator die gedegen onderzoek pleegt en zo nodig de bestuurder kan “bemoeilijken”. De niet geheel onlogische keuze is om dan te kiezen voor een liquidatie die tamelijk snel (vandaar de naam: turbo liquidatie) kan plaatsvinden.
Turbo liquidatie kan alleen plaatsvinden indien er geen activa meer is. Als dat anders is, dient activa voordat de turbo liquidatie plaatsvindt, te worden verkocht en moet de opbrengst ten behoeve van de crediteuren worden aangewend. Daar wringt het zich in de kwestie van Van Beckhoven mogelijk de schoen of, in vaktermen te blijven, de pollepel / deegrol. Volgens de investeerders (die goed op de hoogte blijken te zijn welke zaken kennelijk van hun inleg zijn betaald) staat “dezelfde” ijsmachine nog steeds in het pand van KvL dat door Van Beckhoven wordt gehuurd. Zoals dat met een duur woord heet “materiele vast activa” is kennelijk door een ándere werkmaatschappijen van Van Beckhoven verkregen of overgenomen door koop. Of de koopsom is betaald is niet bekend net zomin welke rechtsgrond aan die overdracht ten grondslag lag.
De teneur van mijn verhaal zoals in het interview gepubliceerd: het achterhalen van de gang van zaken is weliswaar mogelijk, via bijvoorbeeld het laten aanstellen van een vereffenaar die de zaak onderzoekt of het alsnog aanvragen van het faillissement waardoor een curator in de boeken kan duiken. Maar het achterhalen van hoe het precies gelopen is, kost geld. Of de investering dat waard blijkt te zijn is pas achteraf te bezien. Het is echter aan de investeerders in hoeverre zij naast een kosten / baten analyse ook hun verontwaardiging (lees: emotie) een rol bij deze beslissing laten spelen.
Uiteindelijk is het dus de vraag of de broodjes zoet dan wel zuur worden gebakken.
Voor meer informatie neemt u contact op met onze ondernemingsrechtspecialist:
Mr P.E.A.M. Gerritse – tel: 013-5444545 / gerritse@westpointadvocaten.nl