menu
Search

Gedreven MKB advocaten

 

Nieuwsarchief

Opa’s en oma’s achter de tralies: senioren in het strafrecht

In mijn strafpraktijk kom ik regelmatig in aanraking met senioren die worden verdacht van een misdrijf. Onlangs stond ik een 78-jarige vrouw bij, vervolgd vanwege winkeldiefstal. Gelukkig voor mevrouw eindigde haar strafzaak met de oplegging van een geldboete.

Toch komt het vanwege demografische vergrijzing in toenemende mate voor dat het minder goed voor de senior afloopt. Er is een absolute toename zichtbaar in zowel langdurige gevangenisstraffen onder ouderen, alsook overplaatsingen van gedetineerde ouderen naar de psychiatrische afdeling en het aantal ouderen dat de penitentiaire inrichting ‘tussen 6 planken’ verlaat.

De meeste ouderen zitten relatief kort vast voor kleine vergrijpen, zoals winkeldiefstal, maar een enkeling is ook van zijn vrijheid beroofd, vanwege bijvoorbeeld een zedendelict of doodslag.

Vorige week diende bij de rechtbank in Den Bosch een strafzaak, waarbij twee opa’s, Petrus van M en Arie R., op late leeftijd door de officier van justitie worden beschuldigd van o.a. het digitaal bezit en uitwisselen van foto’s en video’s met kinderporno en seks met dieren. Momenteel zitten zij, in afwachting van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak, achter slot en grendel geborgen. Gelet op de persoon van de verdachte is vooral de leeftijd van deze twee opa’s opmerkelijk: respectievelijk 66 en 77 jaar oud.

In het Nederlands strafrecht dient de rechter bij iedere vrijheidsbeperkende beslissing de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee te wegen. De seniorenlevensfase is ook als zo’n persoonlijke omstandigheid aan te merken, waardoor de rechter dit gegeven bij een voornemen tot oplegging van een gevangenisstraf moet meewegen.

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat dat het ondergaan van een gevangenisstraf voor senioren, in vergelijking met jongere gedetineerden, buitengewoon zwaar is. Bejaarde gedetineerden ervaren meer psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen dan hun jongere lotgenoten. Ouderen hebben gezien hun levensfase natuurlijk ook bijzondere zorgbehoeften. Echter, het huidige gevangenissysteem is niet ingericht op de situatie dat cipiers oudere gedetineerden structureel helpen met de dagelijkse verzorging zoals: hulp bij het douchen, aantrekken van steunkousen en/of het verwisselen van luiers bij incontinentie. Een toename van ouderen in detentie zal desastreus zijn voor de nu al zo schaarse, beschikbare capaciteit van de detentiezorg.

Blijkens een recent rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving hechten mensen in de zogenoemde derde levensfase (vanaf het pensioen) vooral aan autonomie, sociale verbondenheid met anderen en “het gevoel van betekenis te zijn”. Ironisch genoeg leidt detentie juist tot een ernstig gebrek aan zingeving, sociale eenzaamheid en neurologische detentieschade. Cognitieve hersenfuncties, cruciaal bij re-integratie, zoals concentreren, plannen, spreken en het vermogen tot rationele belangenafweging verslechteren tijdens detentie in een rap tempo. Het gevolg hiervan is dat de gevangenisstraf specifiek bij senioren een risicofactor vormt voor een versnelde ontwikkeling en verergering van dementie. Het aantal gedetineerden met dementie stijgt gestaag.

Hoort een persoon met dementie, zijnde een geestesziekte, überhaupt in een gevangenis thuis en is dit het type boetedoening die onze maatschappij voor onze ouderen nastreeft?

Dit zijn bij uitstek beleidsmatige vragen, waarop onze samenleving binnen niet afzienbare tijd een adequaat antwoord dient te formuleren. Hoe denkt u over deze kwestie? 

Voor meer informatie kunt u terecht bij mr. M.N.A.J. Verbunt
advocaat