Op 28 februari van dit jaar is voor het eerst in de Nederlandse rechtsgeschiedenis een persoon strafrechtelijk vervolgd wegens het heimelijk afdoen van een condoom tijdens de gemeenschap. Een 28-jarige Rotterdammer en een vrouw hebben elkaar via een datingsite ontmoet. Tijdens de date hadden zij seks met wederzijdse instemming. Toen zij op enig moment in de ‘lepeltje-lepeltje houding’ lagen, heeft de verdachte het voorbehoedsmiddel onopgemerkt van zijn geslachtsdeel (af)geschoven en is de geslachtsgemeenschap – zonder toestemming daarvoor – onbeschermd hervat.
Stealthing
Bovengenoemde gedraging is bekend geworden onder de toepasselijke, niet-juridische, term ‘stealthing’. Het Openbaar Ministerie (hierna: OM) heeft de verdachte verkrachting (art. 242 Sr) ten laste gelegd. Het OM beschouwt stealthing als een vorm gedwongen onveilige seks.
Hoewel ieder weldenkend, rechtschapen mens aanvoelt dat bij stealthing sprake is van moreel verwerpelijk, onzedelijk gedrag, is het vanuit juridisch perspectief geen vanzelfsprekendheid dat de rechtbank verkrachting bewezen zal verklaren. Dat zit zo.
Belang van de verdachte
Gelet op de wettekst van artikel 242 Sr moet sprake zijn van een situatie waarin iemand wordt gedwongen tot het ondergaan van seksueel binnendringen van het lichaam. Echter, in deze casus ontbreekt het aan feitelijke dwang. Indien een persoon tijdens de seks niets van de stealthing-handeling heeft opgemerkt, dan is een bewezenverklaring vanwege het bestanddeel dwang problematisch. Immers, wie niets heeft opgemerkt, kan ook niet tot een handeling of het dulden daarvan zijn gedwongen. Ingeval verkrachting wordt bewezen verklaard, dan is sprake van een rechter die de wet extensief interpreteert en daarmee de wet aanzienlijk oprekt. Het gevolg hiervan is een inbreuk op het rechtsstatelijk verankerd legaliteitsbeginsel. Het legaliteitsbeginsel houdt in dat een wettekst duidelijk en concreet geformuleerd moet zijn en geen ruimte mag laten voor willekeurige interpretatie door overheid en rechter. Dit dient de rechtszekerheid; zo weet u als rationeel denkend mens wat wel en niet is toegestaan en kunt u uw gedrag daarop afstemmen. Tot zover het belang van de burger/verdachte.
Wet
In de nieuwe zedenwet wordt stealthing wel als zelfstandig delict strafbaar gesteld. Een zelfstandige strafbepaling heeft niet enkel tot doel bescherming van slachtoffers, maar ook bescherming van (potentiële) verdachten tegen willekeurig overheidsoptreden.
Belang van het slachtoffer
Bezien vanuit het slachtofferbelang is de keuze van het Openbaar Ministerie te rekwireren tot bewezenverklaring van verkrachting niet onbegrijpelijk. Er is immers sprake van een ernstige inbreuk op het recht van lichamelijke integriteit, er bestaat risico op diverse geslachtsziektes, hepatitis B en een ongewilde zwangerschap. Het slachtoffer heeft hier doorgaans geen enkel benul van.
Conclusie
Mijns inziens is in zo’n situatie geen sprake van verkrachting, maar van ‘condoombedrog’. Beschouwend, toepassing van zedenwetgeving en bijbehorende procedures zijn vaak uiterst complex en emotioneel beladen. Bent u slachtoffer of (potentieel) verdachte inzake een zedendelict, wacht niet en neem zo snel mogelijk contact op met een gespecialiseerde advocaat. Zo staat u er niet alleen voor!
Mitchell Verbunt, strafrechtadvocaat
Nadere vrijblijvende informatie kunt u verkrijgen via verbunt@westpointadvocaten.nl
of 013-5444545