De arbeidsovereenkomst van een uitzendkracht eindigt van rechtswege bij een ziekmelding, aldus de tot 1 januari 2023 geldende NBBU-cao. Er werd uitgegaan van de fictie van een beëindiging door de inlener bij een ziekmelding van de uitzendkracht. Is dit een geldige cao-bepaling?
De hoge raad heeft op 17 maart 2023 geoordeeld dat dit niet geldig is.
Echter het deel van die cao-bepaling dat bepaalt dat de uitzendovereenkomst eindigt indien de inlener (daadwerkelijk) de ter beschikking eindigt is wel geldig, ook bij ziekte. De fictie van een beëindiging door de inlener is niet geldig, een daadwerkelijke beëindiging door de inlener wel, ook bij ziekte.
Het gerechtshof had eerder bepaald dat de gehele cao-bepaling nietig was. Waarschijnlijk als gevolg daarvan hebben de cao-partijen de cao-tekst per 1 januari 2023 gewijzigd: de terbeschikkingstelling eindigt niet tijdens ziekte van de uitzendkracht.
De cao-partijen hebben de cao met ingang van 1 januari 2023 verder aangepast dan nodig was in het licht van de uitspraak van de hoge raad van 17 maart. Die cao-wijziging heeft zijn invloed op de voorwaarden die uitzendbureaus afspreken met inleners. Omdat uitzendbureaus loon tijdens ziekte moeten doorbetalen, willen zij dat financiële risico bij inleners leggen.
De NBBU-cao is op 25 augustus 2022 algemeen verbindend verklaard. Kennelijk zijn de cao-partijen pas nadien de wijziging per 1 januari 2023 overeengekomen. Want die wijziging is (nog?) niet algemeen verbindend verklaard. Daar zit nu nog een gaatje om aan de per 1 januari 2013 gewijzigde cao-bepaling te ontkomen.
mr M.P. Poelman
arbeidsrecht advocaat
Nadere vrijblijvende informatie kunt u verkrijgen via
poelman@westpointadvocaten.nl of 013-5444545