menu
Search

Gedreven MKB advocaten

 

Nieuwsarchief

Echtscheidingen door de jaren heen.

Het is al behoorlijk lang geleden dat de allereerste echtscheiding in Nederland is uitgesproken, te weten in het jaar 1796. Dat neemt uiteraard niet weg dat de tijden toen volstrekt anders waren dan nu. Al was het maar omdat de kerk vroeger een grote rol speelde. Bovendien was een scheiding in die tijd uiteraard totaal niet geaccepteerd. Het was volstrekt ongebruikelijk om te scheiden. Dat mocht bijvoorbeeld alleen als er sprake was van een gevangenisstraf van de partner, mishandeling, overspel of verkwisting. Was er sprake van overspel dan moest dat bovendien aangetoond kunnen worden. In de praktijk was scheiden bovendien per definitie lastig, omdat de meeste vrouwen in die tijd volledig financieel afhankelijk waren van hun man.

Uiteindelijk kwam er pas in 1971 een liberale scheidingswet. Vanaf dat moment is het aantal scheidingen fors toegenomen. Overigens neemt het aantal scheidingen tegenwoordig weer af. Dat komt deels doordat steeds meer stellen ongehuwd gaan samenwonen.

De enige grond om tegenwoordig een scheiding te kunnen aanvragen, is de zogenaamde “duurzame ontwrichting” van het huwelijk. Dit wordt door de rechter voor waar aangenomen, tenzij een van de partners dit betwist. Overigens is er ook in geval van betwisting geen mogelijkheid om een scheiding tegen te houden als de andere partner volhardt in zijn/haar wens om niet meer gehuwd te willen blijven. Dat was vroeger wel anders.

De vooruitgang op dit gebied sluit aan bij waar we op Internationale Vrouwendag – afgelopen zaterdag 8 maart – bij stilstonden: de rechten en vrijheden van vrouwen. Het is uiteraard heel prettig dat scheiden tegenwoordig “normaal” is. Zeker voor kinderen van gescheiden ouders, maar ook voor vrouwen die niet langer min of meer verplicht gehuwd moeten blijven of na een scheiding “gebrandmerkt” door het leven gaan als gescheiden vrouw en niet meer meetellen in de maatschappij

Ook ten aanzien van de kinderen hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan. Was het vroeger zo dat er een voogd en een toeziende voogd was, is het nu een gegeven dat ouders gezamenlijk het gezag blijven uitoefenen over de kinderen en is het ook geen vanzelfsprekendheid meer dat de vrouw de hoofdverzorger is van de kinderen. Steeds vaker is er sprake van co-ouderschap, hetgeen beide ouders in staat stelt om er in gelijke mate voor hun kinderen te zijn, maar ook om te blijven werken en een eigen inkomen te genereren. Wat mij betreft allemaal gunstige ontwikkelingen, voor beide partijen. Want zeg nou zelf: de situatie waarbij de vrouw volledig financieel afhankelijk was van haar echtgenoot, willen we in geen geval terug!

mr Anouk Dekkers – de Jong, specialist Personen- en Familierecht / Erfrecht: dekkers@westpointadvocaten.nl