menu
Search

Gedreven MKB advocaten

 

Nieuwsarchief

De klokkenluidersregeling. Wel van te voren aan denken.

Een directeur van een vereniging zegt in een gesprek met zijn collega-directeur het vertrouwen in hem op onder meer vanwege samenwerkingsproblemen en meerdere integriteitskwesties.
De directeur stelde diverse interne commissies en de externe accountant van zijn aantijgingen ten aanzien integriteit  op de hoogte; zijn adviseur verzond op een gegeven moment een e-mail (waarin een deel van de integriteitskwesties aan de orde kwam) aan het bestuur van de vereniging en zette een journalist in de cc.
Een externe onderzoeker concludeerde later dat er van integriteitsschendingen niets was gebleken.
Het bestuur van de vereniging startte een ontbindingsprocedure vanwege onherstelbaar verstoorde verhoudingen. De directeur die het vertrouwen had opgezegd beriep zich op art. 7 658c BW: de werknemer die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een misstand meldt als bedoeld in de Wet Huis voor de Klokkenluiders mag niet benadeeld worden. Het vermoeden van een misstand moet zijn gebaseerd op redelijke gronden, spelen binnen de organisatie waar de werknemer werkt, gebaseerd op kennis die de werknemer bij de werkgever heeft opgedaan. Verder dient het maatschappelijk belang in het belang zijn indien het gaat om niet naleven van wettelijke voorschriften, dan wel een gevaar opleveren (voor volksgezondheid, personen, milieu e.d.). De melding moet worden gedaan bij de eigen werkgever of bij het Huis voor de Klokkenluiders. De melding, alsmede het onderzoek naar aanleiding daarvan zijn vertrouwelijk.
Het beroep op de Klokkenluidersregeling ging niet op: de kantonrechter Apeldoorn concludeerde dat de directeur geen bescherming als klokkenluider had. Het opzeggen van vertrouwen is iets anders dan een melding doen van een vermoeden van een misstand. Bovendien dient de melding gedaan te worden aan, in dit geval, het bestuur van de vereniging en niet aan de collega-directeur. De kantonrechter laat in het midden of er wel sprake is van een misstand in de zin van de wet.
De kantonrechter oordeelt dat de directeur zelf door het opzeggen van het vertrouwen de arbeidsrelatie onder druk heeft gezet en dat hij onder meer door zijn openheid naar interne commissies en de externe accountant de druk verder heeft opgevoerd. De mail van zijn adviseur met een journalist in de cc wordt de directeur aangerekend.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst vanwege onherstelbaar verstoorde verhoudingen. Het handelen van de werknemer wordt niet als ernstig verwijtbaar gekwalificeerd, ook omdat het bestuur niet voortvarend te werk was gegaan, zodat de werknemer gewoon recht heeft op de transitievergoeding.
In deze zaak lijkt de Klokkenluidersregeling er met de haren bijgesleept te zijn nadat een extern onderzoeker geen bewijs kon vinden voor de juistheid van de verwijten. Indien de Klokkenluidersregeling gevolgd wordt en vervolgens blijkt dat de vermoedens onterecht waren, mag de klokkenluidende werknemer niet benadeeld worden en mag de kantonrechter in beginsel niet ontbinden. De uitkomst had anders kunnen zijn bij een meer bedachtzaam optreden van de directeur.
mr M.P. Poelman, specialist arbeidsrecht
poelman@westpointadvocaten.nl